Complicaties na buikwandcorrectie

Een buikwandcorrectie is in het algemeen een veilige ingreep. Hoewel er steriel gewerkt wordt, kan een infectie ontstaan. De meeste kans op infectie bestaat bij mensen die te zwaar zijn en bij mensen die roken. Soms is sprake van een gestoorde wondgenezing, een nabloeding, ophoping van vocht (seroom), wijken van de wond, weefselversterf van de navel, trombosebeen of een longembolie. Ik raad u dringend aan om vier weken voor de ingreep te stoppen met roken, en ook vier weken na de ingreep niet te roken.

 

'Dogears'

Een bijwerking van de buikwandcorrectie die in een later stadium nog kan optreden is de ophoping van huid bij de flanken. Deze ophopingen worden ook wel ‘dogears’ genoemd. In de meeste gevallen trekt dit na verloop van tijd weg. Soms is het nodig deze 'dogears' te verwijderen. Dit kan meestal onder plaatselijke verdoving gebeuren.

 

Nog vragen?

Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie over een buikwandcorrectie? Neemt u dan contact met mij op, ik zal u graag verder informeren.

 

Figuur 1

Voor de operatie teken ik uw buik af volgens dit patroon.


Figuur 2

Als de rechte buikspieren onderling van elkaar wijken, worden deze met extra verstevigende hechtingen weer naar elkaar toegebracht (ofwel reven van de buikspieren).


Figuur 3

De maximale hoeveelheid huid die weggenomen kan worden wordt nogmaals bepaalt, waarna de huid wordt gesloten en de navel zijn positie in de buikhuid weer terug krijgt.


Figuur 4

De plek van de littekens aan de onderzijde en rondom de navel. Het litteken aan de onderzijde is zo laag mogelijk, zodat deze in de onderbroek lijn zoveel mogelijk wegvalt.